Het toelatingsstelsel geldt voor bedrijven die werknemers uitlenen. Wat betekent dat? De werknemer krijgt salaris van het bedrijf dat hem uitleent. Maar hij werkt in de praktijk bij een ander bedrijf dat de leiding heeft. Dit kan een uitzendbureau zijn, maar ook een detacheerder of een payrollbedrijf. Als jouw onderneming werknemers op deze manier uitzendt of uitleent, dan moet je toelating aanvragen.
Wat betekent het uitlenen van werknemers?
De wet geeft een duidelijke definitie van het uitlenen van werknemers. Er zijn drie onderdelen:
- er is een uitlener die een werknemer uitleent aan een inlener,
- de uitlener krijgt daarvoor een vergoeding van de inlener,
- de werknemer werkt bij de inlener en staat daar onder leiding en toezicht.
Als jouw situatie aan deze drie punten voldoet, is er sprake van uitlenen. Zeker weten of je een uitlener bent? Ga naar de beslisboom.
Wie valt er onder de nieuwe wet (Wtta)?
Elke onderneming die als uitlener of inlener gezien kan worden, valt onder het wetsvoorstel Wtta. Dit wetsvoorstel wordt onderdeel van de Waadi. Dat betekent dat uitleners zich aan de voorwaarden van de toelatingsplicht moeten houden. Belangrijk: de verplichte toelating telt ook als uitlenen niet je belangrijkste werk is. Uitzendbureaus verdienen hun geld vooral met het uitlenen van werknemers. Ook de inleners krijgen te maken met een aantal verplichtingen.
Zo kun je je als uitlener voorbereidenWat valt wel en niet onder de nieuwe wet
Haal je als onderneming maar een klein deel van je inkomsten uit het uitlenen van werknemers? Dan kun je een ontheffing aanvragen.
Dat kan alleen als:
- de inkomsten uit het uitlenen minder zijn dan 10% van je totale inkomsten in een jaar, én
- die inkomsten niet hoger zijn dan 5 miljoen euro per jaar.
Je moet de ontheffing zelf aanvragen. Daarbij stuur je een verklaring mee van een accountant (boekhouder). Met ‘12 maanden’ bedoelen we: het jaar vóórdat je de ontheffing aanvraagt. De informatie moet je ieder jaar opnieuw doorgeven aan de NAU.
Let op: uitzendbureaus kunnen géén ontheffing krijgen.
Bied jij payrolling of detachering aan? Dan moet je ook voldoen aan de verplichte toelating. Waarom? Bij payrolling en detachering staan de werknemers bij jou op de loonlijst. Maar in de praktijk werken ze bij een ander bedrijf, onder leiding en toezicht van dat bedrijf. Daarom ziet de wet dit als een vorm van uitlenen. En dus geldt ook hier de verplichte toelating. De wet geldt ook voor ondernemingen en rechtspersonen die werknemers uitlenen. Ook stichtingen kunnen onder de wet vallen. Wil je zeker weten of je een inlener bent en dus toegelaten moet worden op de uitleenmarkt? Ga naar de beslisboom.
Ben je een startende uitlener? Dan is het vaak nog niet duidelijk of je al voldoet aan alle regels . Dat komt doordat je nog weinig of geen werknemers hebt uitgeleend. Daarom hoef je bij je eerste aanvraag nog geen inspectierapport te hebben. Je krijgt dan een voorlopige toelating die zes maanden geldig is.
Na die zes maanden moet je wél een inspectierapport hebben. Dat rapport laat zien dat je aan de regels voldoet. Voor de voorlopige toelating gelden wel een aantal eisen:
- je moet een geldige VOG voor rechtspersonen hebben,
- je moet zorgen de waarbogsom betalen. Startende uitleners betalen eerst een verlaagde waarborgsom van € 50.000. Zes maanden na hun voorlopige toelating moeten ze een standaard toelating aanvragen. Bij die aanvraag moeten ze het bedrag aanvullen tot € 100.000 en overmaken naar de NAU. De Nederlandse Autoriteit Uitleenmarkt (NAU) kan de voorlopige toelating één keer verlengen, met maximaal zes maanden.
De verplichte toelating geldt ook voor uitleners die in het buitenland zijn gevestigd, maar werknemers in Nederland uitlenen. Voor buitenlandse ondernemingen gelden grotendeels dezelfde regels als voor Nederlandse ondernemingen. Soms kan dat niet precies hetzelfde, omdat buitenlandse ondernemingen niet altijd aan dezelfde eisen kunnen voldoen. Daarom zijn sommige regels aangepast. Die zijn dan zoveel mogelijk hetzelfde als de regels voor Nederlandse ondernemingen. Een voorbeeld:
Een voorbeeld:
- buitenlandse ondernemingen moeten, net als Nederlandse, een financiële reserve hebben.
- maar een buitenlandse onderneming kan geen VOG aanvragen. Daarom geldt die verplichting alleen voor Nederlandse ondernemingen. Tenzij er een Nederlandse bestuurder bij de onderneming werkt.
Het belangrijkste doel van de wet is dat de eisen voor Nederlandse en buitenlandse uitleners zoveel mogelijk gelijk zijn.
Bij het aannemen of uitbesteden van werk is géén sprake van uitlenen van werknemers. Hoe werkt dit? De aannemer heeft werknemers in dienst. Deze werknemers werken bij de opdrachtgever, maar ze staan niet onder leiding of toezicht van die opdrachtgever.
Dit komt vaak voor in de beveiliging, schoonmaak en catering. De opdrachtgever zegt wát er gedaan moet worden, maar de aannemer bepaalt hóe het werk wordt uitgevoerd. De aannemer geeft dus leiding aan en houdt toezicht over hun eigen werknemers, niet de opdrachtgever. Dat is het verschil met het uitlenen van werknemers.
Let op: blijkt in de praktijk dat er tóch sprake is van uitlenen in plaats van het aannemen van werk? Dan kan de Arbeidsinspectie zowel de uitlener als de inlener een boete geven.
In sommige gevallen geldt de verplichte toelating niet. Naast ondernemingen die in aanmerking komen voor bijvoorbeeld ontheffing, is dat ook zo bij collegiaal uitlenen en bij uitlenen binnen hetzelfde bedrijf. Hier lees je wat dit betekent.
Collegiaal uitlenen
Dit gebeurt als een onderneming tijdelijk geen werk heeft en haar werknemers zonder winst te maken uitleent aan een andere onderneming. Die andere onderneming heeft op dat moment juist extra mensen nodig. Denk aan oogstmedewerkers die tijdelijk bij een ander landbouwbedrijf werken of zorgmedewerkers die bij drukte tijdelijk bij een ander zorgbedrijf inspringen. De uitzondering geldt alleen als er geen winst wordt gemaakt. De uitlener mag dan alleen de loonkosten doorberekenen.
Uitlenen binnen hetzelfde bedrijf
Bijvoorbeeld tussen dochterbedrijven die bij één moederbedrijf horen. De uitlener en de inlener zijn dan onderdeel van dezelfde onderneming.